Opa gebruikte een schriftje, dat eigenlijk van zijn jongste zoon was, die naar de 3e technische school in Eindhoven ging. Hierin schreef hij de liedjes en versjes op die hij graag wilde bewaren. Dit liedje moest gezongen worden op de “Wijze Lili Marleen”.
Het kind van tante Leen
Het was nog maar een baby/flink en oergezond
Lag in zijn wieg te gillen/met een speentje in z’n mond
Had om het uur een grote buil/maakte per dag 10 luiers vuil
het kind van tante Leen (2x)
Toen hij even zes was/moest hij naar de school
Wat hij daar te zien kreeg/vond hij apekool
Hij kneep de meisjes in de kuit/en moest toen steeds de klas weer uit
het kind van tante Leen
Maar toen werd hij vijftien/en maakte het te bont
De schooljuffrouw die gaf hij/een kusje op der mond
’s Avonds ging hij op avontuur/nam steeds een ander om het uur
het kind van tante Leen
Toen werd hij volwassen/men wist met hem geen raad
Het was een Don Juan zeg/in woord en in daad
Want scheen het maantje heerlijk blij/dan lag hij knusjes in de hei
En heus niet alleen/het kind van tante Leen
Toen werd hij vier en dertig/en hij was maar getrouwd
Vier en zestig meisjes/hadden om hem gerouwd
Toen zij thuis kwamen vonden zij voorwaar/heel leuk in het hoekje de ooievaar
Het kind van tante Leen
Vijftig jaar hij maakte/scheiding nl. tien
Zijn advocaat die zei al/mijnheer tot wederziens
Is het niet goedkoper sprak hij meteen/wanneer je bij mij een knipkaart neemt
Het kind van tante Leen
Maar toen werd hij tachtig/toen ging zijn laatste vrouw
Maar het was nog bij de meisjes/ik hou zo veel van jou
Maar bij het zoenen had hij pech/dan zat zijn baard hem in de weg
Het kind van tante Leen
Hij werd honderd tien jaar/toen ging hij plotseling dood
Maar bij zijn laatste adem/riep hij nog sapperloot
Wie gaat er bij m’n meisje even aan/en zeggen dat ik niet komen kan?
Het kind van tante Leen
Maar bij de begrafenis/dat was me daar een stel
Het was in ieder straatje/een drukte ja een rel
Want vele kinderen riepen dra/daar gaat de begrafenis van mijn papa
Het kind van tante Leen
Toen kwam hij bij Petrus/die keek een beetje boos
Die zei wat kom je hier doen/hier is voor jou niks loos
Nu is het uit met jouw gesjans/jij maakt in de hel de duivelsdans
Het kind van tante leen
***
Meer taalverhalen van mijn opa lezen? Hier lees je uit opa’s liedjesschrift 1, hier opa’s liedjesschrift 2, hier opa’s liedjesschrift 3 en hier een gedicht over een bijzondere liefde.
In een zonnekoning in de Arbeitseinsatz 1, 2 en 3 kun je zijn wederwaardigheden in de tweedewereldoorlog lezen.
