Een passant in Zeelst: molenaar Lambertus der Kinderen (1823-1878)

Tijdens die gezellige boekpresentatie in Zeelst op 25 november 2017 kwam ook de molen van Zeelst ter sprake. Ik bedacht me toen, dat ik ergens ooit gelezen had dat de eerste molenaar van de Zilster molen, Lambertus der Kinderen, uit Oss kwam. Maar hoe zat dat ook al weer? Tijd om het verhaal te ontrafelen.

Volgens de molendatabase.nl werd de Zilster molen in 1858 gebouwd voor mulder Der Kinderen uit Geffen. Geffen is een dorp westelijk van en tegenwoordig deel van de gemeente Oss.
De enige molenaar met de achternaam Der Kinderen die in de omgeving van Zeelst/Veldhoven/Meerveldhoven woonde kwam echter helemaal niet uit Geffen. Huh?

Molenaar Lambertus Der Kinderen kwam uit Casteren, hij werd daar geboren in 23/8/1823 als zoon van een bouwman en een bouwvrouw (stoer!), hoewel hij wel uit een geslacht van molenaars kwam. Hij trouwde in 1849 met de Meerveldhovense molenaarsdochter Anna Maria Barbara de Laure, dochter van molenaar Balthasar de Laure, en volgens de bevolkingsregisters kwam Lambertus officieel pas in februari 1859 in Zeelst wonen.

Het volgende gerechtsstuk maakt twee dingen duidelijk: er was al een andere molen in Zeelst vóór de Zilster molen, en Lambertus was al langer in Zeelst dan de datum 1859, want het document dateert uit 1852. Lambertus werd

“… aangeklaagd van het afleveren van zijnen molen van eene partij gemalen graan, zonder naauwkeurige vermelding van den tijd van afvoer, te Zeelst op den 13n Mei 1852, en van gepleegde resistentie en beleediging, door aan de ambtenaren die de bekeuring hebben gedaan, te verwijten dat zij meineedigers waren, hem na te jouwen en hem met de gebalde vuist te bedreigen.”

In het kort was er het volgende aan de hand: twee commiezen (belastingambtenaren) zagen Der Kinderen en zijn knecht bij de Zilster molen haastig een zak roggemeel op een kar laden. Ze dachten meteen aan fraude en volgden de voerman. De vergunning die Der Kinderen had voor het vervoer van het roggemeel was geldig tussen half 3 en 3 uur. De Zeelster klok gaf aan dat het 7 minuten voor half 4 was, terwijl de molenaar zelf glashard beweerde dat het 10 over half 3 was. De weversfamilie Lodewijks, die tegenover de klok woonden, getuigden in de rechtbank dat de Zeelster klok onbetrouwbaar was en dat het pas 3 uur had geslagen toen de commiezen al weer weg waren. Kortom, er kon er niet vastgesteld worden of Der Kinderen fraude had gepleegd. Wel had hij de commiezen bij de gelegenheid “meinedig” genoemd en zijn vuist geschud, dat moest natuurlijk als belediging gerekend worden. Hij moest 15 gulden boete betalen.

Maar hoe zit dat nu met de Oss-connectie? Historische kranten bieden uitkomst: Lambertus was molenaar geweest in Berghem! Dat ligt tegen Oss aan, maar dan aan de oostkant, terwijl Geffen westelijk ligt. Pas in 1863 hakte hij de knoop door en verkocht de molen in Berghem.

De Noord-Brabanter: staat- en letterkundig dagblad 10-01-1863, 29-01-1863 en 10-02-1863de noord-brabanter molenaar
ADVERTENTIEN. VERKOOPING VAN EENEN ACHTKANT Wind-, Graan-, PELMOLEN, te BERCHEM. De Knokke van der Meulen, Notaris, gevestigd te Oss, zal voor den Heer L. DE KINDEREN, Molenaar te Zeelst, publiek VERKOOPEN: EENEN VAN STEEN EN HOUT ZEER SOLIED GEBOUWDEN ACHTKANT WIND-, GRAAN- EN PELMOLEN, tevens ingerigt voor OLIEMOLEN, met Erf, staande in de volkrijke Gemeente BERCHEM, nabij Oss, in Sectie B. No 443, groot vijf Roeden, aan den nieuwen Klinker- en Grindweg van Oss op Nijmegen, op éen uur afstand van de Maas; welke ingeval van ophouding, bij den finalen verkoop, dadelijk voor 6 jaren zal worden verpacht. Aantevaarden 1 Mei 1863. INZET, Zaturdag 31 Januarij 1563. bij T. Coolen, Secretaris en FINAAL, Zaturdag 14 Februarij 1863, bij Jan Coolen, Brouwer, beiden te Berchem, beide dagen des namiddags ten 2 ure. Nadere inlichtingen te bekomen bij den Verkooper en ten Kantore van voornoemden Notaris.

foto Zilster molenLambertus bracht in Zeelst roerige jaren door. We hadden al gezien dat hij met een dochter van molenaar De Laure was getrouwd. Hij werd in 1850 vader van Anna Maria Elisabeth, drie jaar later werd zoon Baltus Johannes Franciscus geboren (1853), en nog eens drie jaar later Anna Catharina Zeelst (1856)… En nog eens drie jaar later Johannis Josephus (1859). In april 1864 overlijdt zijn vrouw, ze was pas tweeënveertig jaar oud, terwijl het jongste kind pas een jaar of vijf was. De beproeving voor de molenaar hield niet op. Een jaar later, in 1865, overleed het jongste kind.

Lambertus wilde weg uit Zeelst. Hij vond werk in Lanklaar (Belgisch Limburg) en toen dat beviel, zette hij de Zilster molen te koop:

Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche Courant, 19-05-1868 en 22-05-1868
Openbare vrijwillige Verkooping van eenen STEENEN WIND-, Graan-, Olie- en Pelmolen provinciaale Noordbrabantsche en s'Hertogenbossche Courant 19 05 1868ONDER ZEELST. DE NOTARIS ROVERS te Asten, is voornemens, om krachtens magtiging van de Arrondissements-Regtbank te Eindhoven, verleend bij beschikking van den 17 Junij 1867, ten verzoeke van den Heer LAMBERTUS DE KINDEREN en zijne minderjarige Kinderen, in het openbaar te VERKOOPEN: Een welbeklanten, hechten en sterken Steenen Wind-, Graan-, Olie- en Pelmolen , zeer gunstig gelegen onder de gemeente Zeelst, in de Molenakkers, met bijbehoorend Bouwland, kadastraal bekend in sectie B. Nos 1890, 1925 en 1926, te zamen groot in grond 27 Roeden en 10 Ellen. En zulks met de gewone overname van het gaande Werk of de zoogenaamde Prisatie. In gebruik te aanvaarden op den 2 Julij 1868. De Veiling zal plaatschhebben op Woensdag den 27 Mei 1868, en de Toewijzing 14 dagen daarna, mitsdien op Woensdag den 10 Junij daaraanvolgende, telkens des namiddags ten 4 ure te beginnen, ten woonhuize en herberge van den Heer H. SMULDERS, in de Zwaan te Zeelst. Inmiddels zijn nadere informatiën te bekomen ten Kantore van den Notaris ROVERS te Asten voormeld. (24433)

Voordat de molen verkocht was gebeurde er weer een drama: dochter Maria Anna Elisabeth stierf 17 jaar oud, op 10 juni 1868. Haar vader Lambertus was volgens haar overlijdensakte woonachtig in “Lankelaar bij Maaseijk”. De molen bij Lanklaar bestaat niet meer, maar ik heb een beschrijving gevonden:

Voormalige “vuurmolen” voor graan en olie gebouwd in 1855 door L. Lejeune en W. Op ’t Einde ter vervanging van een hier gelegen watermolen op de Vrietselbeek; buiten bedrijf sinds eind 19de eeuw. Gerestaureerd, bakstenen gebouw, gecementeerd en beschilderd, bestaande uit een diephuis van drie traveeën en twee bouwlagen, een rechts aansluitend breedhuis van drie traveeën en één bouwlaag, beide onder zadeldaken (mechanische pannen). De ordonnantie is oorspronkelijk. Rechthoekige muuropeningen met gecementeerde decoratie. Aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen de linkse zijgevel.
Bron: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/88654

Officieel werd Lambertus uitgeschreven uit de gemeente Zeelst op 3 juli 1868, zonder kinderen, naar “Lanklaar in Limburg”. De twee overgebleven kinderen waren ongeveer vijftien en twaalf jaar oud. Zij bleven in Zeelst achter.
Toch werd Lambertus nog wel in Zeelst aangetroffen. Het volgende document dateert uit 12 december 1868. Lambert der Kinderen, oud 44 jaren, van beroep molenaar, geboren te Casteren, wonende te Milheeze en Theodorus Toonders, oud 28 jaren, landbouwer, geboren en wonende te Zeelst werden verdacht van het volgende:

van in den avond, van den 20 October 1868 te Zeelst, om ruim half twaalf ure des avonds, te zijn bevonden in de herberg van Jan Jansen en aan den Brigadier der marechaussee Bil en den marechausse Leunis, toen deze in de uitoefening hunner bediening en ter uitvoering der policieverordening van Zeelst, gelasten die herberg te verlaten, te hebben toegevoegd, dat zij het voerdomden om weg te gaan, de eerste bovendien van zich feitelijk en geweldadig verzet te hebben tegen den Brigadier en den marechaussee voornoemd, toen zij hem de herberg (?) en hem bij den arm vatten, door tegenstand te bieden, en zich te willen losrukken, en den Brigadier voornoemd daarenboven te hebben toegevoegd : ik verdom het om heen te gaan, doet wat gij wilt, je bent een deugniet; kom nu eens buiten of je durft; ik sla je op uw verdommenis; gij zijt een wetlooper, maar geen wetgever. […]
Overwegende, dat alzoo wettig en overtuigend is bewezen, dat beide beklaagden zich na het uur van politie in gemelde herberg bevonden hebben, en dat de eerste beklaagde den Brigadier heeft uitgescholden, zijnde het overige gedeelte der aanklagt niet bewezen: welke bovenomschreven bewezen feiten daarstellen: 1. het zich ’s avonds na tien ure, ophouden in eene herberg te Zeelst, zijnde geene leden van het huisgezin, geene vreemdelingen, alsdaar logerende en niet behoorende tot de personen wier tegenwoordigheid aldaar noodzakelijk of aannemelijk was. 2. beleediging met woorden aan een bevelhebber der gewapende magt ter gelegenheid van de waarneming zijner bediening. Overwegende dat de opgewonden toestand van den beklaagde, terwijl het kermis was, en het uiterst geringe nadeel, het wanbedrijf verkleint. Beide mannen krijgen een geldboete van een gulden. Lambertus krijgt voor zijn beledigingen bovendien een gevangenisstraf van 1 dag.

20170207_111724Nog voordat bovenstaande rechtszitting plaatsvond, vond zich nog een incident met Lambert voor, als gevolg van het akkefietje met de marechaussee. Op 7 december 1868 was de zitting tegen Lambert de Kinderen, oud 34 (sic) jaren, van beroep molenaar, geboren te Casteren, wonende te Milheeze.

Hij was aangeklaagd van “in den avond van den 29 November 18 achten zestig, in de herberg van Thomas van de Ven te Zeelst, in het openbaar, aan Jan Habraken, Burgemeester van Zeelst, te hebben toegevoegd “gij zijt een smeerlap, een prul burgemeester, ik ben door de marechaussees mishandeld, en gij hebt dat niet belet” en meer dergelijke beleedigingen en verrigtingen.”
De burgemeester had het als volgt verwoord:

In het jaar een duizend acht honder acht en zestig, den negen en twintigste der maand november, wanneer ik Jan Habraken Burgemeester der Gemeente Zeelst mij bevond ten Huize van Thomas van de Ven Herbergier wonenden in deze gemeente savons om zes uren is bij mij gekomen Lambert de Kinderen van beroep Molenaar wonende te Milheeze welke mij alle schelwoorden toegebragt heeft: dat ik een prus burgemeester en smeerlap was, dat hij door de marechaussee mishandeld was geworden en dat ik dit niet belet had, meer andere verwijtingen heeft toegebragt. Bij dit voorval is tegenwoordig geweest Wouter van der Meeren Hooftonderwijzer en Adriaan Janssens koster beide wonende in deze Gemeente, die ik ten deze als getuigen opgeef.

Het feit werd volgens de rechter verkleind door de verontwaardiging van de verdachte en dat er geen geldelijk nadeel is veroorzaakt. Lambertus kreeg 1 dag gevagenisstraf plus de kosten.
Interessant dat Lambertus in de twee stukken die betrekking hebben op de vermeende mishandeling door de marechausse kennelijk Milheeze als woonplaats had. Ik heb verder geen documenten kunnen vinden over zijn verblijf in Lanklaar en Milheeze. De molen die nu in Milheeze staat, Laurentia, is gebouwd in 1890, dus ver na Lambertus’ zijn tijd.

Duidelijk is wel dat Lambertus niet bang was voor verre oorden. Want via de trouwakte van zijn zoon Baltus weten we waar hij overleden is. Hij stierf namelijk op 8 november 1878 te Wallenscheid. Waar ligt dat dan, in hemelsnaam?! Naspeuringen geven aan dat het inoberelspe Duitsland was, in Nordrhein-Westphalen, bij Elspe, ongeveer 100 kilometer oostelijk van Wuppertal. Er is een watermolen in Oberelspe, gebouwd rond 1832, wie weet of Lambertus daar nog een tijdje heeft meegedraaid.
Een andere mogelijkheid is dat met Wallenscheid Wallscheid in de Eiffel (Rheinland Pfalz) mee werd bedoeld. Er is daar wel een aantal jaar een zaagmolen geweest, maar dat was na Lambertus’ tijd (na 1885).

Naschrift: onlangs was er heugelijk nieuws over de Collse Watermolen, het schilderij van Van Gogh. Ik vond het erg leuk dat er, als bijvangst bij dit onderzoek, naar boven kwam dat een broer van Lambertus die molen een zo’n tiental jaar in gebruik heeft gehad!

Wil je meer lezen over beroepen in Zeelst in de negentiende eeuw? Lees dit. Elders op mijn site lees je meer mooie levenslopen en verhalen over Zeelst en andere Brabanders.
Bronnen:

Misschien ook interessant...?

One thought on “Een passant in Zeelst: molenaar Lambertus der Kinderen (1823-1878)

  1. T. De Kinderen

    december 15, 2020 at 6:24pm

    Ik begrijp wel waar de naam de(r) Kinderen, molenaar in Geffen vandaan komt;
    Mijn opa, Willem de Kinderen overleden in 1982, geboren in 1891, was molenaar in Geffen op molen de Vlijt. Zijn vader, Jan de Kinderen heeft de molen in Geffen laten bouwen.

Je emailadres wordt niet getoond. Naam en email zijn verplicht