Hoe straf je een lijk?
In mijn onderzoek naar de criminele activiteiten van de Waalse landlopers kom ik soms bijzondere zaken tegen. Zoals dit verhaal, over hoe men in de achttiende eeuw omging met de vondst van een dode dader. Zou het een Waal zijn geweest? Lees en huiver…
Een donkere nacht in Etten
Novemberavonden zijn doorgaans donker, nat en koud. Dat zal niet anders zijn geweest op de twaalfde november 1792. De familie Dielemans in Etten bij Leur, bestaande uit de oude Antonie, zijn zoon en diens echtgenote en een rits opgeschoten kleinkinderen, met leeftijden veertien tot en met achtentwintig jaar, had dan ook geen reden om laat op te blijven. De bedstedes werden opgezocht, de lichten werden gedoofd. In en om de boerenwoning in het Bollenstraatje onder Etten werd het aardedonker.
IJselijke vloeken en dreigementen
Plotseling werd de rust op de boerderij verstoord. Het gezin schrok op van gebonk op de deur en de vensters, waarna twee schoten weerklonken die de ruiten verbrijzelden. Zo’n acht of meer overvallers betraden het erf, en onder het doen van ijselijke vloeken eisten ze dat er licht gemaakt werd, dat de deur geopend werd en dat Antonie Dielemans alles zou afgeven wat hij had, wat neerkwam op honderd rijksdaalders. Ze dreigden dat ze het huis of de schuur in brand zouden steken. Om hun bedreigingen kracht bij te zetten schoten de rovers in de lucht.
De shoot-out
De overvallers hadden hun huiswerk slecht gedaan: het gezin Dielemans was behoorlijk weerbaar met die uit de kluiten gewassen boerenzonen plus een hagelgeweer. Bovendien lag het huis niet echt afgelegen. Terwijl de boeven hun pistolen afvuurden in het donker, kroop de oudste zoon onder de staldeur het huis uit. Hij rende – terwijl hij beschoten werd – naar de buren om hun assistentie in te roepen. Een tweede zoon wist via de plaat van de stal ook naar buiten te komen, en rende naar de buren aan de andere zijde. De overige gezinsleden verschansten zich in het achterhuis. Door een lichtgat in de muur schoten ze met hagel op de schimmen die ze bij de schuur waarnamen. Er werd direct met een zwaar schot teruggeschoten. De geweldenaars schoten nog verschillende keren door en in het huis, tot de gealarmeerde buren er aan kwamen. Toen gingen de overvallers er vandoor.
Een knipmes en een stukje geld
Antonie Dielemans, zijn zonen en de buren verkenden de omgeving van het huis, op zoek naar het gespuis. In het straatje op ongeveer zestien roeden afstand van het huis troffen ze op de grond een onbekende man aan, hebbende bij zig off in zijn zak een knip mech en een stukje Brabandsch geld, leggende voor over op de tromp van zijn geweer, het welk bevonden wierd gelaaden te zijn, en door een van de geregtsdienaars naderhand is afgeschoten. Het schot hagel van Dielemans was effectief geweest. Er werd een gerechtelijke visitatie gehouden, daarbij bleek de man aan de zijde van de linkerborst en desselfs linkerarm geheel met hagel doorschooten te zijn derwijses dat niet alleen de longe, maar selfs de groote slagader en hartenzakje geheel en al met bloed was gevult, sijnde ook bovendien des zelfs voorste vinger tot in de tweede geledinge geheel afgeschoten. Conclusie: hij was morsdood. Maar vermoedelijk had hij na de voltreffer uit het hagelgeweer nog een eind weten weg te strompelen, voordat hij de geest gaf.
Een geweldenaar en quaaddoender
Maar nu? Een gewone begrafenis zat er voor de dode dader niet in. De rechtsprekende instantie voor criminele aangelegenheden voor Etten bevond zich in Breda. Drossaard Benjamin van der Borch en de schouten van Breda beriepen zich op het plakkaat van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden van 14 October 1743, waarin staat dat een dergelijke geweldenaar en quaaddoender geen recht heeft op een begrafenis, en ter bescherminge van Zijn Goeden Leeven en ten afschrik en exempel, ten toon moet worden gesteld.
Het vonnis
De dode dader werd daarom veroordeeld om op een horde* langs de straten van Breda gesleept te worden, tot aan de stadsgerechtsplaats buiten de stad. Daar moest de scherprechter het lichaam aan een mik** ophangen. Tevens werd het lijk veroordeeld tot het betalen van de kosten en mise van justitie. Dat zal hem leren!
Aldus gedaan en gearresteert in collo: desen 19 November 1792 geresumeert, gepronuntieert en geexecuteert den 20 dito.
Zelf het origineel lezen?
Het protocol van criminele vonnissen 1776-1803 is door het Stadsarchief Breda helemaal ingescand. Als je deze link opent, en op “bekijk akten” klikt, kun je binnen de bundel doorbladeren naar pagina 236 voor dit relaas. Maar je komt er nog veel meer spannende verhalen in tegen!
*horde = vermoedelijk een soort brancard
** mik = een gaffelvormige steunpaal, vermoedelijk een dwarsbalk van de galg
Bron: Stadsarchief Breda; Schepenbank Breda; protocol van criminele vonnissen 1776-1803.
Omslagafbeelding: kaart van het middelste deel van Brabant, omstreeks 1748. Helemaal links Etten en Leur, en helemaal rechts de stadsgerechtplaats van Breda, waar het lijk opgehangen werd.
Afbeelding: Fotoreproductie van Calabrische struikrover door Antoine Wiertz, Edmond Fierlants, naar Antoine Joseph Wiertz, ca. 1863 – in of voor 1868, via Rijksmuseum