Wat een hartelijke brief ontving de jonge Eindhovense huismoeder Grada in maart 1951. De schrijver van de brief was Jos Kuppens, de man van haar tante Lucia. Uit de brief blijkt dat ome Jos reageert op een brief van Grada. Zij heeft hem daarin laten weten dat het niet zo goed met haar moeder Cato gaat. Cato en Lucia zijn dan beiden rond de zeventig jaar. Beide zussen zijn analfabeet. Blijkbaar was er al langere tijd geen contact geweest, dat Jos haar trots vertelt over zijn kinderen en kleinkinderen.
14-3-51.
Beste tante Cato, Sjef, Gerarda en de kindertjes,
Laat ons hopen dat Tante Cato vlug beter is want ze is toch altijd zoo een pittig vrouwken geweest, hou je taai hoor tante – den moed er in -, nu met ons moeder Tante Lucia, zij gaat nog altijd met de car mee met groenten, en staat nog altijd op de markt – alleen klaagt ze weleens van pijn in armen en benen als ’t regent. ’t Kan ook van ’t hard werken zijn, en Gerarda zoo hebt U er al vier kindertjes heelen rijkdom – en werken ja wij moeten dat allemaal niet waar. Nu ons Jeanneken zorgt er wel voor drie, een jongen van 12 meisje van 10 en nog een jongen van 7, hij heeft nog maar juist zijn 1ste H. Communie gedaan. Dan is er altijd werk op den winkel, dus den waren jacob kan nog wel wat wachten. Ons Marieken heeft nog geen kindertjes onzen Martin wel een dochtertje.
Nu moet ik sluiten, veel tijd heb ik niet enfin we zullen nog wel eens schrijven.
Veel liefs van ons allen.
Familie Jos Kuppens en Joanna
Nieuwstad 50
Turnhout
Bron: eigen collectie
In zijn verzorgde, opmerkelijk ronde handschrift (of dicteerde hij zijn dochter?) schrijft hij over de markt, en over het harde werken van zijn gezin. Het lijkt bijna of hij Grada vermaant om niet te klagen, als hij vertelt over zijn vrouw die op haar zeventigste nog in weer en wind op de markt staat, en over zijn dochter die zonder man drie kinderen verzorgt én hard meewerkt. Ook Jos zelf moet ruim de zeventig zijn gepasseerd.
Inderdaad was Grada’s ome Jos Kuppens in Turnhout een bekende verschijning met zijn groentekar. Op de site erfgoedbanknoorderkempen.be vond ik een prachtige foto van hem uit 1937 van een onbekende fotograaf. Hij poseert hier met zijn kar op de Grote Markt van Turnhout. Volgens het bijschrift bij de foto was zijn bijnaam “Zatte Kuppens”. Ook zijn dochter Joanna (de Jeanneken uit de brief) blijkt een plaatselijke legende te zijn geworden:
Joanna Kuppens sterft net voor 92ste verjaardag
Joanna Kuppens, beter bekend als ‘Zotte Jeanne’, is vorige week overleden. De vrouw zou op 7 februari 92 jaar geworden zijn.
Joanna Kuppens was een levende legende in Turnhout. Ze groeide op in het begin van vorige eeuw als de dochter van marktkramers in de Klinkstraat. De laatste jaren kon u haar vooral door Turnhout zien rijden in haar elektrische rolwagen. Haar lange witte haren wapperden dan in de wind.
Op haar 90ste verjaardag bracht Gazet van Antwerpen nog een uitgebreid interview met de opvallende volksfiguur. Het was verbazingwekkend hoeveel verhalen over Turnhout ze toen nog kon opvissen. Daar schreef ze dan gedichten en liedjes over.
“Ja, als je zo lang in Turnhout woont, dan weet je dingen die anderen niet meer weten”, zei ze toen. “Dit komt niet van mij, maar familie van mij zei altijd: een oude mens die sterft, is als een museum dat uitbrandt.” Joanna Kuppens werd maandag gecremeerd.
Bron: Gazet van Antwerpen, 2 februari 2011
In het inmiddels ter ziele gegane burgerinitiatief De Gazet van Turnhout vond ik een interessante uitwisseling van herinneringen aan Jeanne, uit 2006:
- * K.: Maffe Jeanne is ook een fenomeen (geweest?). Ze reed rond op een fiets met aanhangwagen die altijd vol planten en bloemen zat. Ze woonde – denk ik – aan het kruispunt van de steenweg op Oosthoven en de Ringlaan. Wij, in de Melkhoek, waren bang van haar. Vooral omdat ze altijd zo’n plastieken regenmuts ophad en een donkere bril.
* M.: Mie Karton = Maffe Jeanne eigenlijk Zotte Jeanne. Zij hete Mie Karton toen ze in de Steeg Op Oosthoven woonde. Paul Van Hees kent haar zeer goed.
* L.: ‘Jeanne karton’, ofwel ‘zotte Jeanne’ heb ik deze voormiddag nog gezien in de Gasthuisstraat, in een elektrische rolwagen (zonder aanhangwagentje en zonder dozen of houten bakjes).
* A.: maffe Jeanne rijdt inderdaad in een elektrisch wagentje. Ze heeft een baard waar menig man jaloers op zou zijn.
* P.: ‘zotte Jeanne’ heeft ook een hele tijd in de Otterstraat gewoond (jaren 70-80), tegenover de Klinkstraat. Als er ergens een container stond of ’t groot huisvuil kwam langs, dan kwam ze erin neuzen en vond altijd wel iets dat ze nog kon gebruiken. Haar huis had een grote tuin die tot in de Kwakkelstraat doorliep, die lag helemaal vol dozen met rommel in. Dat was natuurlijk een mooie kweekvijver voor ratten en muizen, de buren waren er dan ook niet zo blij mee. De stadsdiensten zijn ooit alles eens met camions komen ophalen maar enkele jaren later lag alles weer vol …
* L.: zotte Jeanne, heeft die ooit nog café gehouden aan ’t kasteel?
* M.: Ik denk dat zotte Jeanne inderdaad een paar huizen voorbij den bakker aan St Victor café heeft gehouden tot eind jaren 60.
Ik ben op zoek gegaan naar het interview dat ze hield ter gelegenheid van haar negentigste verjaardag. Ze vertelde daarin dat haar ouders groente, fruit en verse honing op de markt verkochten. Zij had altijd meegeholpen. In de oorlog had ze haar schat, een Canadees, ontmoet. Hij had haar gevraagd: “Will you marry me?” Maar Jeanne had het niet over haar hart kunnen verkrijgen om haar moeder achter te laten, iets waar ze haar hele leven spijt van had. Ondanks haar hoge leeftijd zorgde ze nog voor zichzelf en wist ze nog veel over Turnhout en zijn inwoners. Ze vertelde aan de interviewster dat ze gedichten veel tekende en gedichten schreef. Het volgende was voor de regering:
Geef de regering een eerste prijs.
Als ze reageren eerlijk en wijs.
Zonder zakken zonder bodem.
De dood is voor iedereen gelijk.
Laat pensioen voor arm en rijk gelijk.
Van de koning de minister tot de vuilbakkeneter, allemaal gelijk.
Maak van dit rovershol het paradijs.
Drank, armoede, het buitenberoep en een excentrieke levensstijl maakte hen tot veelbesproken Turnhoutenaren tegen wil en dank, bijna karikaturen. Des te verrassender is de brief van Kuppens zelf, waaruit liefde en trots voor zijn hardwerkende gezin spreekt.
***
Meer lezen over mijn bijzondere familie? Jeanne was een kleindochter van Peerke die in de hut in Zeelst woonde. Lees ook bijvoorbeeld over dit familietrekje. Of lees over mijn opa, de zonnekoning in de Arbeitseinsatz. Verhalen over andere zonderlingen lees je elders op deze site.
Met dank aan Carine Tollenaere van de Gazet van Antwerpen voor het toezenden van het artikel Volksfiguur Dicht over de Stad, geschreven door Marian Michielsen uit de Editie Kempen 7/2/2009