Cellulaire opsluiting in het Zinnelozenhuis te Antwerpen – genezing of straf?

Tot ver in de achttiende eeuw heerste er vooral angst voor “de verwarde medemens”, mensen die een ernstige psychiatrische aandoening hadden. Er werd al gauw een verband gelegd met de duivel. Anderzijds vonden mensen het ook spannend en fascinerend. Gestoorden werden ter amusement vertoond aan het publiek, als ze niet hun dagen vastgeketend als beesten doorbrachten in het dolhuis. In het midden van de negentiende eeuw waren er in Europa nieuwe inzichten opgedaan over krankzinnigen. Artsen kwamen tot de conclusie dat

monomania_of_envy Gericault
Théodore Géricault – La Monomane d’Envie (1820)

deze mensen ziek waren. Het leuke van ziekte is dat je kunt proberen die te genezen. De krankzinnigengestichten gingen hun patiënten voortaan rust, reinheid en regelmaat bieden. Wie kon werken kreeg klusjes te doen, therapieën en medicijnen werden ontwikkeld.

Na 1841 konden patiënten niet zomaar in een gesticht worden gestopt. Ze moesten eerst onderzocht worden door een arts, die rapport uitbracht aan de rechter. Deze gaf vervolgens een rechterlijke machtiging af. Deze procedure bleek echter geen drempel te zijn voor wat wel “de grote opsluiting” wordt genoemd. Vooral mensen die in de moderniserende maatschappij om de een of de andere reden niet konden meedraaien werden massaal voor gek verklaard en opgesloten.

Wat dwangmiddelen betrof hadden sommige gestichten een heel scala aan middelen klaarstaan voor onrustige patiënten. Het splinternieuwe Rijkskrankzinnigengesticht in Medemblik noemde in haar register in 1884: afzonderingskamer, cel, gesloten bedstede, vastbinden der handen, losse dwanghandschoenen, dwanghandschoenen met gordel, dwangbuis of dwangjak, vastbinden der voeten, voetriemen, vastbinden op een gewonen

20160414_144641
Uit het dwangmiddelenregister van het Rijksgesticht Medemblik

stoel en dwangstoel. In Antwerpen was men volgens mij nog niet zo ver, er was vooral opsluiting in een cel. Het zinnelozenhuis in Antwerpen bestond al sinds de middeleeuwen. Het was al verschillende keren verbouwd en vernieuwd, maar omstreeks 1870 barstte het uit zijn voegen. Cellulaire opsluiting werd in Antwerpen bijgehouden in een register. Ik heb van vier jaargangen, 1865, 1866, 1867 en 1868 de registers van cellulaire opsluiting bestudeerd, in totaal 421 opsluitingen. Krankzinnigen die daartoe aanleiding gaven, werden minimaal 1 dag en maximaal een veertig dagen opgesloten. Dit laatste was alleen in uitzonderlijke gevallen, de gemiddelde periode van opsluiting was zo’n vijf dagen aan een stuk. Ik was benieuwd waarom patiënten werden afgezonderd, en of dit – volgens de toen moderne opvattingen – met een geneeskundige bedoeling gebeurde. Ik heb hiervoor de redenen van opsluiting gegroepeerd in zes categorieën.

  1. Onrust

De meeste gevallen, namelijk 147, vielen in de categorie onrust, te weten: agitatie in ’t bloed, jacht in ’t bloed, verstoring op de slaapzaal, ruststoornis, stoornis op de school, mésure d’ordre. De langste periodes van opsluiting vonden plaats binnen deze categorie. In een overvol zinnelozenhuis werd het opsluiten van geagiteerde patiënten waarschijnlijk als medisch zinvol beschouwd. De patiënt kon er tot zichzelf komen, en geen onrust stoken bij andere patiënten, die daar ook weer hevig op zouden kunnen reageren.

portrait_of_a_kleptomaniac_300px Theodore Gericault
Théodore Géricault – L’Aliéné (1822)

2. Ongehoorzaamheid
De tweede categorie met 100 opsluitingen betrof ongehoorzaamheid, te weten: opstand tegen personeel (dienstmeid, dienstknechten, overste, surveillant), opstand, kwaadwilligheid en wederspannigheid. Bij deze categorie lijkt de opsluiting in de eerste plaats of misschien zelfs uitsluitend een strafmaatregel te zijn. Het is niet aannemelijk dat er een genezend effect vanuit ging, men wilde de krankzinnige simpelweg een toontje lager laten zingen. De vermeende ongehoorzaamheid van patiënten kan een reactie zijn geweest op de behandeling die zij kregen van het personeel, dat helemaal geen scholing had gehad in het omgaan met verwarde personen.
3. Mishandeling
De derde categorie was mishandeling, met zo’n zestig gevallen. Vijftien daarvan betroffen het slaan van het personeel – met name de dienstmeid kreeg klappen – de rest betrof het toebrengen van slagen aan van andere zinnelozen. Ook hier lijkt de opsluiting puur een strafmaatregel te zijn.
4. Vernieling
De vierde categorie was vernieling, hiervoor is 49 keer een opsluiting geregistreerd. Het inslaan van ruiten kwam het meest voor, gevolgd door het scheuren van de kleding en het vernielen van het interieur, te weten matras en sargien (dekens).
5. Medische redenen
De vijfde categorie was medisch van aard. 47 keer werd iemand naar een cel gestuurd op order van den dokter, 3 maal ging het om een terugkerende besmettelijke ontsteking.
6. Overig
De laatste categorie was overig wangedrag, te weten: ontuchtigheid, het ontdoen van klederen, het plagen van andere zinnelozen en vloeken.
Alleen in de eerste categorie, onrust, en de vijfde, medische redenen, lijkt opsluiting naar de toen gangbare medische inzichten op zijn plaats. Mijn conclusie is dat cellulaire opsluiting in meer dan de helft van de gevallen in hoofdzaak een strafmaatregel was, bedoeld om de patiënt te straffen voor zijn of haar wangedrag. De maatregel was dan geen instrument ter genezing. In hoeverre dat doeltreffend was laat zich raden – als iemand in manische razernij zijn kleding verscheurt, gaat hij vast niet schuldbewust worden van een week opsluiting in een cel.

***

Meer lezen over psychiatrie in de negentiende eeuw? Hier heb ik bijvoorbeeld geschreven over voeding, hier over feesten. Wil je weten hoe je voorouders kunt vinden die als patiënt opgenomen waren? Kijk eens hier. Of zoek hier direct of je voorouder een patiënt was in krankzinnigengesticht Coudewater.

Bronnen:
YouTube: Maarten van Rossum vertelt: dollen en krankzinnigen
Noord-Hollands Archief: dwangregisters Rijkskrankzinnigengesticht Medemblik
Archiefkenmerk Zinnelozenhuis, Felixarchief, Antwerpen
Registers Zinnelozenhuis, Felixarchief, Antwerpen
Brochure open monumentendag Antwerpen 2009, met als thema: Zorg
Nellie Bly – Ten Days in a Mad-House
Het Oude Gesticht – virtueel museum van de psychiatrie
Mens-en-samenleving.info.nu

Misschien ook interessant...?

One thought on “Cellulaire opsluiting in het Zinnelozenhuis te Antwerpen – genezing of straf?

Je emailadres wordt niet getoond. Naam en email zijn verplicht